'Het is mooi om te zien hoe leerlingen groeien'
Dit keer een blog die ik heb geschreven voor het onderwijstraineeship dat ik gevolgd heb en ondertussen ook heb afgesloten. Want naast het vele fietsen sta ik voor de klas en dat doe ik met veel plezier! Onderaan staat ook nog een foto van een stuk dat in het VO magazine verschenen is (blad voor schoolleiders).
Eind 2015 kwam onze lichting voor het eerst bij elkaar, nadat we door alle selectierondes gekomen waren en we ook een school gevonden hadden die het aandurfde om ons in het diepe te gooien. Want in het diepe gooien, dat is zeker gebeurd. Of misschien beter gezegd… in het diepe gesprongen. Na een introductieperiode van twee weken om de allerbelangrijkste kneepjes van het vak te leren, stonden we namelijk al voor onze eerste klas en nee, niet als stagiair. Op dat moment vond ik dat helemaal niet gek, ik had er vooral veel zin in. Natuurlijk was het ook wel spannend, maar ach het zou allemaal wel goedkomen, toch? Dat kwam het ook zeker, maar na twee jaar durf ik ook wel te stellen: “Wat een lef heeft mijn schoolleiding eigenlijk gehad”. Naast lef hadden ze ook vertrouwen en dat straalde mijn school uit. Mijn directe collega’s stonden altijd klaar om me te helpen, maar ook om een complimentje te geven als een klas goed liep. Daarnaast heb ik mijn leerlingen vanaf het begin om feedback gevraagd. Een mooie Loesje-uitspraak is “Wat heeft de school eigenlijk van mij geleerd” en die pas ik nog steeds toe.
Ik heb geen moment spijt gehad van mijn keuze voor het OTS-programma en voor het lesgeven. Het is zeker een pittig traject geweest, maar het heeft ook erg veel opgeleverd. Onze lichting is een erg hechte groep en dat heeft er mede voor gezorgd dat het een succesvol traject is geworden. Zeker in het begin was het heel erg fijn om te horen hoe het met iedereen ging en om zelf je ervaringen te kunnen delen. Gedeelde smart is halve smart en we konden elkaar soms ook nog wel tips geven. Of gewoon een knuffel, omdat het nu eenmaal een rotweek was geweest. Gelukkig kwamen er ook al snel veel succesverhalen.
Praten met de leerlingen, begrijpen waar ze mee zitten (ook niet-vakinhoudelijk) en samen met de leerlingen een lesstructuur ontwerpen. Dat zijn de mooie dingen van mijn vak en ik haal er ontzettend veel voldoening uit. Heel soms mis ik nog wel een leerling, eentje die stilletjes in een hoekje zit, prima cijfers haalt en dus niet echt opvalt, maar gelukkig zijn dit er al veel minder dan toen ik pas begon. Het lesgeven voelt steeds natuurlijker, sommige lessen draai ik nu voor het tweede jaar en er blijft veel meer tijd over om de leerlingen echt te zien.
Het is mooi om te zien hoe leerlingen groeien en hoe jij daar een bijdrage aan levert. Ik wil leerlingen blijven uitdagen het beste uit zichzelf te halen en ze motiveren en enthousiasmeren voor scheikunde.
Ik zie mezelf nog steeds als wetenschapper, ondanks dat ik zelf geen onderzoek meer doe. Ik wil weten waarom iets is zoals het is en hoe je dat kunt verbeteren. Daarom houd ik de wetenschappelijke literatuur bij en vertaal die naar de leerlingen. Vorig jaar won Ben Feringa de Nobelprijs voor Scheikunde. In alle klassen heb ik, op hun niveau, zijn onderzoek en de meerwaarde ervan besproken. Ook heb ik mijn promotieonderzoek vertaald naar een vwo-5-module.
Ben ik er al als docent? Nee, als docent leer je elke dag nog bij en staat je ontwikkeling nooit stil. Zo wordt het ook nooit saai. In de toekomst wil ik zeker blijven lesgeven, maar ook andere taken oppakken. Dit jaar ben ik als coördinator bij ons bèta-excellent-programma betrokken en een mooi en uitdagend ontwikkelplan voor de toekomst ligt klaar.